Meest gestelde vragen…

  1. Wat is het verschil tussen LOOQIN en andere kindvolgsystemen?

LOOQIN is een procesgericht kindvolgsysteem wat welbevinden, betrokkenheid en de ontwikkelingsdomeinen van je kinderen in beeld brengt. Waar sommige kinderopvang/peuterspeelzalen en scholen vooral uitgaan van aanbod en leerlijnen (methodes en toetsen), richt LOOQIN zich primair op het proces dat zich afspeelt bij de kinderen in je groep. Je onderzoekt hoe kinderen het maken (welbevinden) en hoe ze het doen (betrokkenheid). Je neemt interventies op basis van die observaties om een nog hoger welbevinden en een nog hogere betrokkenheid en dus deep-level-learning tot stand te laten komen.

De methodes benut je als bronmateriaal, testen en toetsen kunnen je helpen bij het in beeld brengen van de prestaties van kinderen. Het kijken naar ontwikkelingsdomeinen gaat verder dan het meten van prestaties. Competent gedrag betekent een geïntegreerd geheel van kennis, vaardigheden en attitudes. Waardoor kinderen de wereld om hen heen leren begrijpen en er grip op krijgen. Dit vraagt om observaties tijdens het leven/leren.

 

Onlangs zei een leerkracht: “Nee, nou even los van welbevinden en betrokkenheid. Hoe moet hij leren automatiseren? ” Nou, niet los van welbevinden en betrokkenheid dus…

 

  1. Is iedere pedagogisch medewerker of leerkracht in staat te werken met LOOQIN?

Het kijken naar welbevinden en betrokkenheid van kinderen lijkt een open deur en heel vanzelfsprekend. Veel leerkrachten zeggen gemakkelijk: Dat doen wij allang.

Wanneer je beter gaat kijken in de praktijk, of samen gaat kijken naar filmfragmenten, ontdekken professionals al snel dat ze niet allemaal hetzelfde zien. Het toekennen van een vijfpuntschaal vraagt om oefening, reflectie, dialoog en veel training. Op het gebied van welbevinden gaat dat makkelijker dan op gebied van betrokkenheid. We herkennen een kind dat heerlijk in zijn vel zit of een kind dat het niet zo goed maakt. Soms is het wat lastiger omdat een kind weinig expressief is, of niet zo duidelijk toont wat hij voelt.

Bij betrokkenheid ontstaan discussies over wel of niet betrokken zijn van kinderen in bepaalde situatie. Soms zitten kinderen braaf aan hun taak of activiteit en werken die plichtsgetrouw af. Dit wordt vaak verward met betrokkenheid. Maar, échte betrokkenheid zuigt kinderen in de activiteit, laat hen tijdvergeten bezig zijn, laat hen functioneren op de toppen van hun kunnen.

 

Het inschatten van de competentie-niveaus vergt vakmanschap. Een ervaren professional zal veel beter in staat zijn het competentieniveau van de kinderen in te schatten, dan een leerkracht die net van de opleiding komt of voor het eerst een bepaalde groep heeft. Werken met LOOQIN vraagt om training, aandacht, onderzoek en leren oordeelloos te kijken. Methodische toetsen en landelijke testen kunnen je helpen een niveau in te schatten, maar daarnaast zijn jouw observaties en de toepassing die kinderen in spel en werk laten zien van grote waarde voor het scoren van competenties.

 

Terug naar de vraag: Is iedere professional in staat te werken met LOOQIN?

Ja natuurlijk!

Er wordt van je verwacht dat je vertrouwen hebt in de wils- en groeikracht van kinderen. Dat je ruimte durft te laten, processen zich durft te laten voltrekken en heel dicht bij kinderen staat. Het vraagt veel van je organisatie-, communicatie- en inlevingsvermogen. Veel professionals zijn goede vakmensen. Ze kunnen met het ‘kookboek’ in de hand een goede onderwijsmaaltijd serveren. Anderen groeien door tot meesterschap. Procesgericht werken vraagt meer dan werken met het kookboek in de hand. Het vraagt om inzicht, reflectie en oefening, veel oefening.

 

 

  1. Onze ouders/ bestuur/ inspectie vragen om resultaten: maken we die voldoende zichtbaar met LOOQIN?

Fijn dat ouders, bestuur en inspectie ook het beste willen halen uit kinderen. Terecht! Werken met LOOQIN doet niets af aan de eindtermen of je curriculum. Maar Looqin kijkt daarnaast ook naar welbevinden en betrokkenheid.
Wanneer een kind hoog competent is en bijvoorbeeld voor al zijn toetsen op A-niveau scoort maar nauwelijks betrokken is, kun je er zeker van zijn dat hij onvoldoende uitgedaagd wordt. Dit vraagt om onderzoek en interventies.

Een kind met een laag competentieniveau en/of lage prestaties op toetsen, maar wat wel altijd hoog betrokken aan zijn werk werkt, is wél optimaal in ontwikkeling. Hoog of laag competent op een bepaald domein zijn zegt iets over het niveau waarop je uitgedaagd kunt worden, betrokkenheid is een indicatie of je goed zit met je aanpak en aanbod.

 

Binnen LOOQIN zijn zelfsturing, ondernemingszin, zelfvertrouwen en verbondenheid ook domeinen die geobserveerd worden. We willen immers dat kinderen zichzelf en de wereld leren begrijpen en zich redden in die wereld. Op hun eigen wijze, op hun eigen niveau.

 

Wie zich realiseert dat het potentieel van de volgende generatie nu op school zit,

zal ‘dat kapitaal’ met toewijding willen begeleiden.

 

  1. Hoe houd je overzicht over alle processen?

Wanneer je een groep kinderen observeert, is er vaak ontzettend veel te zien. De leerkracht of pedagogisch medewerker laveert tussen een actieve groep kinderen, begeleidt bij hoeken, geeft instructies aan grote of kleine groepen en helpt individuele kinderen. Een goede klasorganisatie is onontbeerlijk: rijk ingerichte, duidelijke hoeken, duidelijke werkmomenten en goede afspraken.

En toch… vaak is een leerkracht of pedagogisch medewerker zo druk, dat er geen tijd is om in alle rust naar de groep te kijken.

Het is belangrijk observatiemomenten in te plannen, waarin de leerkracht of pedagogisch medewerker de tijd neemt om alle kinderen de revue te laten passeren. Regelmatig en systematisch observeren en interpreteren/reflecteren. Alleen of bijvoorbeeld met een pedagogisch coach of intern begeleider. Naar aanleiding daarvan bereidt de leerkracht of pedagogisch medewerker nieuw aanbod en interventies voor. Het is ook goed één of enkele kinderen in meerdere situaties te observeren om een beter en completer beeld van hen te krijgen. Hoe meer divers de contexten en werkvormen, hoe meer je van kinderen krijgt te zien.

 

 

  1. En als kinderen alleen maar eenzijdig betrokken zijn?

Natuurlijk streeft ook LOOQIN naar een veelzijdige ontwikkeling, die kinderen in staat stelt zich in veel situaties te redden. Er zijn echter periodes waarin kinderen nauwelijks van een bepaalde activiteit af te houden zijn. Het criterium is in principe natuurlijk ‘gewoon’ betrokkenheid. Als kinderen bijvoorbeeld dagen achtereen bouwen en de betrokkenheid blijft hoog, is vaak ook een kwalitatieve verbetering te zien. Bij een kind van 6 jaar dat louter blokjes stapelt is een nadere diagnose gewenst. Maar kleuters die eerst stapelen en later complexere huizen (na-)bouwen, tonen hun ontwikkeling. Niet alles kan tegelijk. Kinderen die een snelle leesvordering maken, kunnen soms ander werk wat minder aandacht geven. Dat hoeft geen probleem te zijn. Experimenten kunnen (in overleg met collega’s en/of ouders) binnen een tijdpad dat je zelf kunt overzien, vaak veel inzicht geven. Vertrouwen geven, goed observeren, kinderen blijven uitdagen en in overleg blijven zijn echter voorwaardelijk.

 

Sam van 5 vroeg dagelijks zijn leerkracht wel drie keer hetzelfde prentenboekje voor te lezen. Zij bleef het doen en genieten van zijn betrokkenheid. Na een paar weken vroeg hij: “Zal ik het voorlezen?” Hij las het boekje zonder fouten. En vanaf toen alle boekjes die hij in handen kreeg.


 

  1. Heeft het consequenties voor de ouders?

Ouders zijn de eerste opvoeders en hoofdverantwoordelijke voor de kinderen. Samen dragen leerkrachten, pedagogisch medewerkers en ouders zorg voor de opvoeding van de kinderen. Een goede communicatie over kinderen is dus wezenlijk. De drempel om binnen te lopen moet laag zijn. Samen denken over optimalisering van het welbevinden en de betrokkenheid van een kind werkt over en weer inspirerend. In dialoog gaan met ouders over hun kinderen vanuit deze manier van kijken kan intensieve verbondenheid met school geven. Het vraagt respectvol omgaan met elkaar en het volste vertrouwen hebben in ontwikkelingen.

 

  1. Wat is ruimte voor initiatief van kinderen, waar liggen grenzen?
    Ruimte voor initiatief van kinderen is één van de aanpak factoren binnen LOOQIN. Door ruimte te creëren voor persoonlijke inbreng kunnen kinderen toegeven aan hun exploratiedrang.

We willen kinderen ondersteunen bij het maken van keuzes en hen leren te kiezen.

Hierbij zijn grenzen van belang. Voorafgaand aan een activiteit of werkvorm bepaalt de leerkracht of pedagogisch medewerker samen met kinderen tijd, ruimte en criteria. Kinderen zijn verantwoordelijk voor hun activiteit en leren reflecteren op dat wat ze gedaan hebben. Ruimte bieden aan initiatief van kinderen en hun autonomie stimuleren is dus zeker geen laissez faire. Betrokkenheid is ook hier graadmeter voor de kwaliteit van de activiteit.

 

  1. Hoe leer je kinderen omgaan met gevoelens?

‘Gevoel’ is onlosmakelijk verbonden met het begrip ‘ervaring’. Gevoelens kunnen we zien als ervaringen die wij enerzijds in onszelf (mee)maken en die anderzijds het gevolg zijn van onze confrontaties met de wereld buiten ons.

Vanuit gevoelens komen we tot sociale interacties. Vaak zijn ze de motor voor intermenselijk gedrag. In het onderwijs kunnen we er dus niet omheen!

Het ‘welbevinden’ van alle betrokkenen wordt er in hoge mate bepaald wordt door gevoelens. Op haar beurt staat een goed welbevinden weer aan de basis van fundamenteel leren.

Het is daarom belangrijk dat het kind niet alleen leert gevoelens te onderscheiden, maar ook die gevoelens weet te plaatsen in de interactie met anderen.

LOOQIN brengt sociale competenties, zelfvertrouwen en verbondenheid van kinderen in beeld en stimuleert leerkrachten en pedagogisch medewerkers een veilige omgeving te creëren waarin kinderen zichzelf en de ander leren kennen en begrijpen.

 

  1. Wanneer maak je je zorgen om een kind?

Wanneer welbevinden en betrokkenheid optimaal zijn, op alle domeinen, is een kind ten volle in ontwikkeling. Op zijn eigen niveau, naar eigen kunnen. We maken ons zorgen om kinderen wanneer ze ofwel hoog scoren maar niet echt uitgedaagd te werk gaan. Ofwel als kinderen (langdurig) een lang welbevinden laten zien. We kijken goed naar de balans draagkracht – draaglast en naar het vervullen van de basisbehoeften. Als die op de helling staan, kan een kind zich moeilijker optimaal ontwikkelen. Wanneer een kind laag scoort, maar wel volop ontwikkeling op eigen niveau laat zien, en lekker in zijn vel zit, maken we ons geen zorgen. Dan kijken we goed naar aanbod en aanpak om ook bij dat kind het optimale eruit te halen.

LOOQIN kijkt naar optimale ontwikkelkansen voor élk kind, door welbevinden en betrokkenheid van kinderen dé kwaliteitscriteria te laten zijn over het slagen van onze aanpak en aanbod.

 

  1. Hoe verhouden leerlijnen en tussendoelen zich tot de competenties in LOOQIN?

Kinderopvang en onderwijs dragen bij aan de emotionele en verstandelijke ontwikkeling, op de ontwikkeling van de creativiteit en het verwerven van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. Kerndoelen zijn een operationalisering daarvan en geven een beeld van het inhoudelijk aanbod van het onderwijs. Kerndoelen zijn streefdoelen (aldus uitgave kerndoelen).

Leerlijnen vormen een leidraad voor het onderwijs en gaan verder dan kerndoelen. Ze geven niet alleen aan waarnaar gestreefd wordt, maar beschrijven ook het proces er naar toe en de markeringspunten die hierbij te onderscheiden zijn.

Het is een overzicht dat houvast kan geven bij de realisatie van onderwijs, het zet belangrijke bakens uit, maakt verschillen tussen kinderen herkenbaar, kan inspiratiebron zijn bij didactisch handelen en kan de kwaliteit van onderwijs verbeteren.

 

Belangrijk om je hierbij te realiseren, is dat ontwikkeling van kinderen vaak in kwalitatieve sprongen gaat, kind ontwikkeling verloopt niet altijd lineair. De sleutelvragen bij de competenties geven aan waar op te letten als je observeert. Hoe competent iemand is in een bepaald domein valt af te leiden uit specifieke kenmerken waarop je bij observaties alert moet zijn.

 

Bij LOOQIN gaat het er om op welke wijze je gebruik maakt van deze methodes en leerlijnen. Je wilt betrokkenheid op activiteiten verhogen en dus is ook kennis van kind ontwikkeling, leerlijnen en eind/tussendoelen onontbeerlijk.

 

  1. Vraagt dit niet veel meer tijd en verhoogt het mijn werkdruk?

Als kijken naar welbevinden en betrokkenheid van kinderen jouw grondhouding is hoeft dat niet persé meer tijd te kosten. Het verdiepen in ontwikkelingsprocessen, het verrijken van je rijke, uitdagende omgeving en reflecteren op je begeleiders-stijl vraagt wel tijd en aandacht. Maar geeft ook volop welbevinden, betrokkenheid en voldoening. Echter, ieder veranderingsproces vraagt tijd… daarin kun je als team je eigen tempo bepalen.

  1. Hoe weten we of we met LOOQIN willen werken?

Vind je het belangrijk om te weten of het goed zit met welbevinden en betrokkenheid van de kinderen? Stel je jezelf ook regelmatig de vraag hoe jullie het zelf maken (welbevinden) en hoe jullie het doen (betrokkenheid)? Hebben jullie zin en tijd om je daarin samen te verdiepen en kwalitatieve verbeterslagen te maken? Ja, dan kan LOOQIN een goede keuze voor je zijn!

We nodigen je van harte uit om contact met ons op te nemen.